Wind en Watersport Vlaanderen (WWSV), ooit de trots van de Vlaamse olympische zeilsport, staat onder zware financiële druk. Volgens een artikel in De Standaard wordt de zeilfederatie, ondanks meer middelen voor topsport in Vlaanderen, één van de grootste verliezers van de nieuwe verdeling van het topsportbudget door Sport Vlaanderen. Het budget van de federatie daalt in 2025 met maar liefst 127.506 euro. Dit zet niet alleen druk op de zeilers, infrastructuur, coaches en personeel maar ook op de toekomst van de zeilsport in België.
William De Smet verliest topsportcontract
Hoewel Emma Plasschaert (foto), met haar zevende plaats in Marseille tijdens de Spelen van 2024 in de ILCA 6 klasse, voorlopig nog steeds wordt ondersteund, rijzen er twijfels over haar toekomst in de zeilsport. In de wandelgangen van WWSV wordt gefluisterd dat Emma mogelijk overweegt te stoppen met competitief zeilen. Dit zou een grote klap betekenen voor de Belgische zeilsport, aangezien zij momenteel de grootste kanshebber is op internationale successen.
Andere olympiërs, zoals Anouk Geurts en Isaura Maenhaut in de 49erFX klasse, behouden hun topsportcontract, maar William De Smet valt uit de boot in de ILCA 7 klasse.
Het gebrek aan een sterke opvolging maakt deze onzekerheid des te zorgwekkender voor de toekomst van het Belgische zeilen.
Tom Coeckelberghs van Sport Vlaanderen geeft toe:
“Na Plasschaert zien we geen opvolging op wereldniveau. Bij de mannen voldoen al jaren geen zeilers aan onze doelstellingen.”
Het zeilen is dus, volgens Coeckelberghs, afhankelijk van hoopvolle jongeren uit de clubs die de komende jaren naar de top kunnen doorgroeien.
Nieuwe verdeling: wie wint en wie verliest?
De totale subsidies voor topsport stijgen de komende jaren met 5,5 miljoen euro, maar dat betekent niet dat elke sport ervan profiteert. Federaties zoals het zeilen, boogschieten en tafeltennis zien hun budgetten dalen. De focus ligt nu op betere begeleiding van talentvolle jongeren tussen 18 en 23 jaar. Sport Vlaanderen wil hiermee de basis voor toekomstige prestaties verstevigen.
Volgens Coeckelberghs is de financiële steun aan federaties altijd een delicate balans:
“Sommige bonden krijgen meer, andere minder. We hebben beperkte middelen, en we moeten prioriteiten stellen.”
Toch is het duidelijk dat de budgetkorting voor de zeilsport een van de zwaarste is, wat vragen oproept over de toekomst van de Belgische zeilsuccessen.
Sporttakken met minder budget in 2025:

Onder toezicht van Sport Vlaanderen
Naast de financiële uitdagingen speelt ook de druk om federaties financieel gezond te houden. WWSV staat niet alleen; andere bonden zoals volleybal en atletiek kregen eerder al te maken met toezicht van Sport Vlaanderen. Deze controlemaatregelen zijn bedoeld om wanbeleid te voorkomen, maar leggen een extra druk op federaties die al met krimpende budgetten kampen.
Wat het zeilen extra kwetsbaar maakt, is het gebrek aan structurele investeringen in nieuwe talenten. Ondanks een rijke olympische geschiedenis lijkt de toekomst onzeker. Zonder een duidelijke strategie en betere ondersteuning blijft de vraag: hoe kan België zijn reputatie als medaillenatie in het zeilen behouden?
Zal WWSV nieuwe financieringsbronnen zoeken?
De financiële druk op Wind en Watersport Vlaanderen (WWSV) zal de federatie waarschijnlijk aanzetten om naar alternatieve inkomstenbronnen te kijken. Met een verdeling van de uitgaven waarbij 45% het totale budget naar topsport en 41% naar personeelskosten gaat, blijft er weinig marge over voor andere activiteiten. De enige financiering die niet onderworpen is aan strenge decreten van de Vlaamse overheid, komt van de bijdragen van de aangesloten Vlaamse jacht- en zeilclubs. Deze clubs vrezen echter dat zij opnieuw dieper in de buidel moeten tasten om het financiële gat te dichten.
Na jarenlange kritiek op de bijdragestructuur van WWSV, die volgens velen onevenredig belastend is en weinig waar voor hun geld biedt, kan gezien de huidige financiële situatie de geldkwesties over de clubafdrachten verder doen escaleren. Sommige clubs hebben in het verleden zelfs betalingen stopgezet en juridische stappen overwogen tegen WWSV. Dit toont aan hoe gespannen de relatie is tussen WWSV en haar achterban.
Waarom werd het voltallige coachingteam van de Olympische zeilploeg ontslagen?
In november heeft Wind en Watersport Vlaanderen (WWSV) in alle stilte het volledige coachingteam van de Vlaamse Olympische zeilploeg ontslagen. Onder de vertrekkende coaches bevinden zich namen als Jakub Kozelsky (49erFX), Charlie Baillie Strong (ILCA 7), Ian Andrewes (Nacra 17) en Mark Littlejohn (ILCA 6).
We vroegen WWSV-directeur Alain Lescrauwaet destijds om toelichting. Op de vraag wie verantwoordelijk was voor deze veranderingen, antwoordde hij niet. Wel benadrukte hij dat evaluaties na een Olympische cyclus een standaardpraktijk zijn:
“Het is juist dat de periode na de Olympische Spelen gebruikt wordt om de werking van onze topsport te evalueren. Dit lijkt ons ook gezond. Een olympische cyclus duurt vier jaar en een topteam is minimaal 200 dagen per jaar samen onderweg. Het is belangrijk om grondig na te denken over hoe je de komende jaren 800 dagen investeert, rekening houdend met de ambities van de zeilers, coaches, federatie en subsidiërende overheid.”
Volgens Lescrauwaet zijn de wijzigingen bedoeld om de werking te versterken, niet om deze af te bouwen. Toch roept de timing en schaal van de ingreep vragen op. In zijn reactie van november stelde hij nog:
“Het is nergens onze bedoeling geweest om onze werking af te bouwen, en met minder mensen in het team te werken.”
De vraag blijft of deze aanpak daadwerkelijk de gewenste impact zal hebben, of dat de zeilsport op langere termijn een hogere prijs zal betalen. Een oplossing lijkt voorlopig niet in zicht.
Foto: World Sailing