Na zo’n week moet je wel behoorlijk euforisch zijn. Eindelijk weer Boot, eindelijk weer alle mensen zien, eindelijk een sprankje hoop in januari. 237.000 bezoekers, dat klinkt best goed, na de Corona pauze (de laatste keer waren het er wel 13.000 meer). De rijen tijdens het eerste weekend waren lang, vooral bij de stands met grote jachten. Velen droegen rugzakken. Voor beursprofessionals is dit een “kijker” in plaats van een “koper” signaal. Bezoekers kwamen meestal tijdens de week, als het standenpersoneel tijd had. De outfitters meldden goede verkopen, ook prima. De stemming was overal goed, de bezoekers lijken tevreden. Dus alles is in orde?
Ik denk het niet. Voor mij waren er echter al een aantal vragen voor de opening die blijkbaar niemand durfde te stellen. Iedereen was immers vol lof over de eindelijk terugkerende beurs, die meer met de toekomst dan met het heden te maken moest hebben. Kortom, deze Boot was goed en dat is belangrijk nieuws voor de sector.
Maar wat gebeurt er met de beurs zelf?
Wat heeft de bezoeker aan de beurs?
24 euro entree als je niet bereid bent je gegevens in de online shop af te staan, anders 19 euro. Daarnaast zijn er parkeerkosten van 10 euro, en het openbaar vervoer maakt geen deel meer uit van de toegangsprijs. Twee volwassenen, twee kinderen dan ben je voorlopig 70 euro lichter voor de kermis maar dan heb je nog geen ijs of worst. OK, dat weten we.
Ga je op een boot kijken? Moeilijk, eigenlijk alleen met een afspraak, zeker in het weekend. Kanoën, opti-zeilen, VR-bril varen. Allemaal met lange wachttijden. Dat weten we ook. Papa had graag apparatuur gekocht. Maar waar? Ja, de kleine dealers zijn er nog steeds, anders groothandelaren of de fabrikanten zelf. Om te kopen? Via de dealer, bij voorkeur na de beurs. De goederen zijn toch niet ter plaatse. Geven ze goed advies over het individuele probleem op hun eigen boot? Twijfelachtig. Bijna niemand heeft tijd om zich diep en intensief te verdiepen in het probleem van Hein Müller op zijn Hanvaria 345.2. Jammer.
Uiteindelijk gingen we naar huis met het besef dat we niet echt veel vooruitgang hadden geboekt op het gebied van uitrusting, dat de boten groot en glanzend waren maar op de één of andere manier buiten bereik, en dat het voorprogramma, net als de hobby zelf, meer voor individualisten was en niet bedoeld voor massa’s bezoekers. Toch was de sfeer geweldig. Meer watersportgevoel kun je niet krijgen. Maar is dat genoeg?
Wat hebben de exposanten aan de beurs?
In het beste geval, verkoop. Typisch, aan het einde van de eerste zondag, circuleren de slogans: “We hebben XY boten verkocht”. Dit geldt dan voor de grootschalige productie. En met beurs goodies onderweg. En met lang voorbereidend werk, waarbij de klanten naar Düsseldorf komen om te tekenen
Iedereen wil de geruchten van succes verspreiden, schaarse goederen zijn meer in trek. Daarna hebben de kleinere werven meestal een lange lijst van contacten waaruit na de ontmanteling eerst klanten moeten worden gehaald. Zal dat werken? Twijfelachtig. Zeker is dat er veel mensen op de boten waren. Boten die binnen vaak een paar uur aandacht nodig hebben vooraleer ze zonder de krassen (van rugzakken) terug aan de klant worden overgedragen. En wat zeker overblijft: De kosten.
Boot is de belangrijkste beurs en er worden enorme bedragen gevraagd voor een stand. Het wordt steeds moeilijker om deze terug te verdienen op de beurs. En dan moeten boten en personeel naar de stand komen, de laatsten moeten ook overnachten en verzorgd worden. Dit alles kost veel geld. De vraag is of dit budget niet beter kan worden besteed aan eigen beurzen, social media campagnes of andere vormen van reclame, als men het doel van het genereren van nieuwe omzet als maatstaf neemt en niet alleen de euforie van eindelijk weer een beurs. Deze vraag werd door ongeveer 400 exposanten met “ja” beantwoord. Onder hen waren industriereuzen zoals Hanseyachts met Moody, Fjord en Dehler, Sirius, X-Yachts, Sturier en SVB in de uitrustingssector. In tegenstelling tot AWN zijn ze niet insolvent en dus niet aanwezig, ze zien gewoon allemaal onvoldoende rendement op hun beursinvestering. Een zakelijke beslissing. De enorme toename van de vraag tijdens de pandemie kan daartoe hebben bijgedragen, maar destijds werkte het prima zonder beurs. Of dit zo door kan gaan wordt nu getest.
Het perfide is dat in de apparatuursector de tijden voorbij zijn dat men na de beurs graag plotters of fenders mee naar huis nam. Mensen informeren zich en kopen uiteindelijk handig bij een postorderbedrijf. En het is nog goedkoper ook, want de kleine exposant moet het standgeld betalen, dat de verzender heeft uitgespaard, en kan dus gewoon niet winstgevend verkopen met een grote korting op de beurs. Sommige scheepswerven en grote verzenders hebben blijkbaar geleerd dat je geen boot nodig hebt om te verkopen. Of dit op lange termijn ook zo is, valt nog te bezien. Maar de automatische regel dat alleen degenen die in Düsseldorf exposeren in de watersport overleven, staat op zijn minst ter discussie.
Hoe vinden klanten producten?
Het feit dat dit systeem in vraag wordt gesteld, is goed nieuws. Zeker, we liepen allemaal als kleine rakkers met grote ogen over de beurs, zagen alle grote merken en ontdekten daar onze affiniteit met de ene of de andere motorboot, buitenboordmotor, plotter. Niemand wist toen wat een influencer was. Maar de volgende generatie watersporters weet het maar al te goed. Ze hebben geen beurs nodig, misschien weten ze niet eens meer wat het is. Om zich te informeren of te vermaken, om merkbinding op te bouwen, wordt de smartphone met zijn eindeloze uren content als vanzelfsprekend gebruikt. Als de sector zich niet openstelt voor deze nieuwe vormen van reclame, als hij zich blijft verheugen als een klein kind dat het eindelijk weer op Boot zit en zich laat bedwelmen door de bezoekersaantallen en een “geslaagde nieuwe start” (persbericht van Boot), dan gaan de klanten van overmorgen, met wie vandaag merktrouw moet worden opgebouwd, verloren. Deze merkbinding vindt misschien helemaal niet plaats op de beurs, maar op YouTube of – God verhoede – op TikTok.
En volgend jaar?
Dan ga ik er weer heen. Natuurlijk. Want het is eindelijk weer Boottijd en een januari zonder kermis aan de Rijn is alleen te verdragen op de Bahama’s. Je ontmoet mensen, probeert hier en daar een boot op te scharrelen en haalt de ontbrekende informatie over apparatuur op. Maar de scheepswerven en outfitters hadden moeten nadenken over hoe belangrijk Boot moet zijn in hun marketingmix en of andere kanalen dringend meer aandacht moeten krijgen. Al was het maar om ervoor te zorgen dat er geen verkoop verloren gaat. Want de doelgroep is zeker groter dan 237.000 mensen. Zeker, als je de mensen toevoegt die misschien nog niet eens weten dat ze eigenlijk watersporters zijn. Want ze gaan niet eens naar een watersportbeurs, ze liggen thuis op de bank en zijn content genoeg met een filmpje van Boot op hun Youtube feed.