Evi Van Acker klinkt meestal monter en vrolijk. Maar gebukt onder de druk ging ze ook door donkere dagen. In de periode voor, tijdens en na de Spelen in Peking van 2008 beleefde ze “de meest trieste periode in haar leven, bekende ze aan Paul Cobbaert, journalist voor De Zondag.
Op de Spelen van 2012 in Londen beleefde Evi Van Acker haar hoogtepunt met een bronzen plak. Een groot contrast met vier jaar eerder. Toen bezweek ze onder de druk in Peking.
“Rond de Spelen in Peking zat ik in de meest trieste periode van mijn leven. Ik was het jaar ervoor de nummer 1 van de wereld geworden en de druk van de buitenwereld was immens.”
“Elke krant bombardeerde me tot topfavoriet en ik kon daar niet mee om. Ik legde mezelf ook te veel druk op en was overtraind. Ik ben toen mentaal en fysiek compleet gecrasht.”
“Ik heb maanden niet kunnen trainen, had darm- en maagproblemen en ging ziekenhuis in, ziekenhuis uit.”
“Het was in die omstandigheden een wonder dat ik achtste werd in Peking. Maar dat voelde aan als een drama, want ik had gefaald. Ik zou na Peking ook aan de universiteit beginnen, maar zag dat niet zitten, ik had angst om opnieuw te falen.”
“Ik was toen 23 en kon daar toen met niemand over praten. Ik had ook geen team rond mij. Het heeft tot maanden na Peking geduurd en toen pas drong tot me door hoe diep ik wel zat.”
“Ik had een complete burn-out. Toen wist is niet wat dat was, nu wel. Dat is afzien, echt afzien. Dat wens je niemand toe. Je bent alleen, je voelt je alleen. Je wil je bed niet uit en bent alleen maar verdrietig.”
Lees het volledige interview van politiek journalist Paul Cobbaert die de wetstraat in de vakantie ruilt voor het sportveld in de krant De Zondag van 12 juli 2015.
Bronnen: Sporza en De Zondag