“Golluuuf!”…Een paar seconden later schreeuwt de voordekker wederom de waarschuwing naar achteren “Golluuuuf!. Het is vrijdag 9 juli en ik hang op de Noordzee in de zeereling van de Audi tijdens de Veronica race van de Deltaweek. Het schip is een IMX-40, speciaal uitgerust voor het wedstrijdzeilen.
Niet gehinderd door enige ervaring met het wedstrijdzeilen (ik ben een toerzeiler) heb ik mezelf aangeboden als bemanning voor de Audi toen ik begreep dat schipper Ice een tekort aan mensen zou hebben voor deze race. Gelukkig heeft Ice mijn onervarenheid weten te waarderen en heeft hij me ingedeeld als ‘dood gewicht’ ;-)
het commando “hiken, hiken, hiken!”
De andere bemanningsleden hebben wél ervaring met wedstrijdzeilen en doen me voor hoe ik het commando “hiken, hiken, hiken!” moet uitvoeren. Het blijkt dat ik de uitleg van de schipper tijdens de briefing van die ochtend inderdaad vrij letterlijk moet nemen: “ballen en clitorissen overboord”! En dat mag makkelijk klinken, het is allesbehalve dat. De mastman en voordekker die naast mij in de reling hangen leggen zoveel gewicht in de schaal, dat de ijzeren staaldraad bij mij niet ter hoogte van mijn heupen maar net onder mijn eerste ribben zit. Al na enkele minuten vraag ik mezelf af hoe lang mijn maag de druk van de zeereling zal kunnen verdragen….
de spanning stijgt
Gelukkig wordt mijn aandacht afgeleid door het eerste waarschuwingsschot voor de start en iedereen wordt tot stilte gemaand. Het is een korte startlijn en de schepen liggen dicht op elkaar. De opperste concentratie is voelbaar aan boord en de spanning stijgt. We gaan helaas echter zeker niet als eerste over de startlijn en ik vraag me af hoe bepalend deze start is voor de rest van de race. Onze directe concurrent, de Weerga, ligt ruim een scheepslengte op ons voor. Heel langzaam echter kruipen we voorbij de schepen die voor ons liggen en komen steeds dichterbij de Weerga.
De reddende hand komt van de mastman
Opeens klinkt het commando ‘Prepare to tack!’ en ik schiet overeind. “Wat moest ik ook al weer doen?” gaat er door mijn hoofd. “Oh ja, onder de reling uitkruipen en als een dolle over het dak van de kajuit naar de overkant klauteren”. “Mooi, dat moet lukken, wel het hoofd laag houden!” denk ik nog. De eerste keer gaat inderdaad prima. Maar al bij de tweede tack kom ik hopeloos in de knoop te zitten met mijn eigen armen en benen en die van mijn medebemanningsleden. Het schip helt al heel snel weer over en ik leer de onstuitbare kracht van zwaartekracht kennen! Ik vind mezelf terug hangend aan de handgrepen op het kajuitdek, mijn voeten slepen nog net niet door het water. Mijn collega’s zitten ongeveer 1 meter boven mij al weer netjes aan de hoge kant met hun benen buiten boord. En ik vraag me hulpeloos af hoe ik daar ooit nog terecht ga komen…. De reddende hand komt van de mastman, die veel sterker blijkt te zijn dan zijn postuur deed vermoeden en mij schijnbaar moeiteloos met één grote ruk omhoog trekt. De vernedering van het moeten vragen aan de schipper of hij even recht wil gaan liggen, blijft me bespaard en ik zal de mastman hier voor de rest van mijn leven dankbaar voor blijven!
‘Mijn’ wedstrijd binnen de wedstrijd
Na deze ervaring ben ik tot de volgende tack koortsachtig bezig om tactieken te bedenken waarmee ik de eerstvolgende keer toch vooral wél op tijd aan de overkant zal komen. “Ik ben een zeiler! Het zal me toch niet overkomen dat ik als een soort groentje (wat ik natuurlijk eigenlijk gewoon ben) niet eens goed zal kunnen tacken?!” denk ik bij mezelf. Dat vooruitzicht wil ik niet accepteren en ik besluit dat het gewoon een wedstrijdje wordt om als eerste aan de overkant te komen. ‘Mijn’ wedstrijd binnen de wedstrijd zogezegd, en mijn vastberadenheid groeit. Bij het eerstvolgende commando voor de tack stórt ik me dan ook naar de andere kant en beland zo maar op tijd met mijn beentjes overboord. Als ik later van het water kom, zal ik merken dat het me nogal wat blauwe plekken heeft opgeleverd, maar tijdens het zeilen voel ik er niets van en na enkele keren tacken krijg ik het kunstje toch nog enigszins onder de knie. Zo goed dat ik één keer zelfs eerder dan mijn zo gewaardeerde mastman aan de overkant ben! Helemaal blij wil ik mijn benen onder de reling doorschuiven, totdat ik merk dat de sweeper op mijn plek is gaan zitten. Wel potverd%@#$*…..! Gelukkig komt het uiteindelijk allemaal goed, alhoewel dat tacken in mijn ogen toch echt een ambacht blijft.
‘battlestation’
Dan ronden we de boei en worden de inspanningen van het tacken ruimschoots goed gemaakt door de kick van het spinnakeren op het voor-de-windse rak. Mijn ‘battlestation’ is dan de ereplek naast de schipper achterop het schip en ik zie met verbazing een enorme lap spinnakerzeil uit het vooronder tevoorschijn komen. Het is het grootste zeil dat ik ooit heb gezien en het is onmiddellijk voelbaar dat de boot versnelt, we schieten vooruit! Iedereen geniet zichtbaar en we kijken elkaar breed lachend aan als we het aantal knopen op de snelheidsmeter op de mast zien oplopen. De sweeper en de spi-trimmer blijken een zeer goed team, ondanks het feit dat ze geen van beiden eerder op de Audi hebben gevaren, en al surfend op de golfen zetten we het dagrecord neer op 16.0 knopen (!!). Onze hekgolf lijkt op die van een speedboot, wat een fantastische snelheid!
En met deze snelheid laten we het hele wedstrijdveld definitief achter ons. Ondanks dat we tijdens de start niet helemaal vooraan lagen, halen we de anderen tijdens het eerste kruisrak al snel in en lopen we voor de wind alleen maar verder uit. Mede dankzij de slimme navigatie van onze NavKat en goede tacktiek van schipper Ice en zijn grootzeiltrimmer kunnen we een optimale wedstrijd varen. Vier uur, 36 minuten en 1 seconde na de start hebben we ruim 33 mijl gevaren en gaan we als eerste over de finishlijn. Ook na correctie aan de hand van onze handicap geven we die eerste plek niet vrij. We hebben gewonnen! Natuurlijk is dat mede te danken aan dat ‘dode gewicht’ van mij ;-)
Aan het eind van de dag vieren we onze overwinning aan de bar en bemerk ik voor het eerst dat ik bont en blauw ben. Maar de overwinningsroes overstemt alles, in ieder geval tot de volgende dag wanneer ook de spierpijn toeslaat… Desondanks heb ik, mede dankzij mijn bemanning, een geweldige dag gehad. Bedankt aan allen en ik kijk met heel veel plezier terug op Mijn Eerste Wedstrijdervaring!
foto © Bram Schuit