Dag twee van het Deltaweekend werd gevaren met weinig wind. In de ochtend konden de deelnemers nog gebruik maken van een matige wind rond de 10 knopen. Na het middaguur zakte de wind steeds verder in, waardoor in sommige velden de wedstrijdleiding besloot de toch al korte banen verder in te korten.
Desondanks slaagden niet alle deelnemers er in om binnen de tijdlimiet te finishen. Ook de up en downwind wedstrijden voor de eenheidsklassen Soling en Maxfun 25 en de ORC klassen kwamen niet verder dan twee starts, terwijl er vier in de planning stonden. De zeilers konden zich er in vinden, dat hoort er nu eenmaal bij. En aan het eind van de dag konden er toch nog dagprijzen worden uitgereikt.
Korte banen
Met het oog op de zwakke wind werd er op voorhand al gekozen voor relatief korte wedstrijdbanen. De banen voor de rond- en platbodems B/C waren slechts 9,5 mijl. De banen voor de ongemeten schepen waren nog korter (6 en 8 mijl). De ORC/IRC en de eenheidsklassen Soling en Maxfun 25 kregen een up een downwind baan toegewezen ten oosten van de Zeelandbrug.
Zeeuwse kampioenschappen
Tijdens de Deltaweek wordt er in de officiële wedstrijdklassen gestreden om de Zeeuwse kampioenschappen. Bij de ORC klassen tellen de resultaten tellen ook mee in het puntenklassement voor de nationale ORC titel. Na twee wedstrijddagen begint het eindklassement in de meeste velden zich redelijk duidelijk af te tekenen. De volledige uitslagen zijn in te zien via deze manage2sail link.
De tussenstand van de koplopers is als volgt:
ORC 1
OlympiX van Hugo Gommers
ORC 2
Jack rabbit van Rutger Krijger
ORC 4
Furie van Ben Hoefsloot
ORC DH
Avanti van Chris Stouten
R&P Silveren Maen van Nico Fedder
Soling Timeless van Ben Bogaert
Maxfun 25 Frank van Diest van ErikWesselman
Ongemeten klein
River Monster van Rob van den Boogaard
Ongemeten groot
Ballista van Jonas Pluym
Op zondag 26 juni worden de laatste wedstrijden gevaren en kan de balans worden opgemaakt wie zich dit jaar Zeeuws Kampioen mag noemen.
Foto: Anusjka Martens Fotografie Objectivo, 24 juni
Tekst: Stan Wulffaert