Straks, op zaterdag 30 juni, bulderen de bronzen kanonnen bij de Royal Yacht Squadron de meer dan 1600 deelnemers aan de 81ste Round the Island Race op weg voor een tocht rond het eiland Wight. Onder de deelnemers drie Belgische boten, de Djinn (J/111), de Bounty van Peter Huysman, en de Prince de Pétarcq.
Buiten op deze drie zijn er uiteraard nog andere Belgische zeilers die als huurling meedoen op andere boten. Toevallig in de winkel bij Landtmeters nog een gekend redactie-lid (‘eej mannekes’) tegengekomen die de wedstrijd op een zeilmachine onder buitenlandse vlag meevaart.
Vette rating
De Bounty en de Djinn proberen het in IRC, de Prince vroeg zoals 800 andere cruisers een gratis ISCRS-handicap aan, en kreeg een vette 1,039 toebedeeld, wat zwaarder is dan bv. een Grand Soleil 45 of nog een Sweden Yachts 45… Ook de Nederlandse X-362 Sport Via Vai mag per uur wat seconden trager. Bizar, maar gezien we voor de lol en de schoonheid en de magie van het eiland en van de race meedoen, zal dat aspect ons worst wezen.
Anders dan bij die andere wereldberoemde lange-afstandswedstrijd in oktober in de Lage landen krijgen bij de Round the Island Race eerst de grote en snelle boten hun startsignaal. Zo worden de kleintjes wat gespaard, en kunnen ze de hele wedstrijd lang in vrije wind varen. Geen wonder dat de overall trofee bijna elk jaar naar een klein bootje gaat.
Klassieke schoonheden
Om 7u stipt (lokale tijd) mogen de groten der aarde aan hun wedstrijd beginnen. Op de startlijn van de IRC 0 is het dan drummen om nog een plekje te krijgen naast ondermeer de ICAP Leopard (Farr 100 voeter) , de Grant Thornton Idea (Maxi Reichel Pugh 78) als de wondermooie Eleonora.