Dit jaar heb ik me voor de tiende keer ingeschreven voor de 200 myls ‘SOLO”, beetje een jubileumjaar voor mij , ook de drive om voor de derde keer op rij het handicapklassement te winnen is groot. Als ik zo terugdenk aan 2004, mijn eerste jaar, toen moest je nog bij organisator Jan Luyendijk min of meer solliciteren om mee te mogen doen, gelukkig vond hij me toen ervaren genoeg en begon ik vol goede moed aan mijn ‘solo’ avonturen en werd vervolgens op alle fronten afgestraft, zowel fysiek, strategisch dan wel tactisch. In de loop der jaren door schade en schande wijzer geworden en iedere keer weer gegrepen door dit fantastische evenement begin ik vol enthousiasme aan de 2013 versie.
Voor degenen die het evenement niet kennen, het is de bedoeling bij de 200 myls ‘SOLO’ tussen de woensdagochtend 07.00 en zondagmiddag 12.00 één van de 4 vastgestelde banen met een zo’n hoog mogelijk gemiddelde snelheid af te leggen, inclusief minimaal 3 zelf te bepalen verplichte rustperiodes van minimaal 6 en maximaal 24 uur.
Winnaar is degene die zich zowel aan de gestelde minimale/maximale rusttijden heeft gehouden en de baan met een zo’n hoog mogelijke op SW gecorrigeerde snelheid heeft afgelegd. Van de 4 trajecten zijn er 2 alleen op ‘t IJsselmeer, en 2 ook over Noordzee en Wad, dus stromend water.
De boot weer zo goed mogelijk geprepareerd, dinsdag naar onze tijdelijke thuishaven Waterland in Monnickendam gereden, ook nog maar even gedoken en een eiland van wier onder de kiel vandaan gehaald. Zeker iets om rekening mee te houden, er zit dit jaar dus veel wier in de Gouwzee, en als er iets balen is en m’n humeur kan verpesten dan is het wel wier aan m’n kiel; ver uit de wal blijven dus in regio Gouwzee. ’s Middags naar Durgerdam gemotord , helaas door de geringe diepte niet de haven in, maar voor de haven aan de J/133 Batfish van Bart Desaunois vastgemaakt, maar ook supergezellig!
Een liftje naar het palaver en vervolgens tracker en logboek opgehaald waarna voorzitter Martin Selles zo vriendelijk was ons terug naar onze boten te brengen, op voorwaarde dat ik morgen na hem zou starten.. De weersverwachtingen voor de woensdag waren slecht , weinig wind met een klein pufje na 18.00. Met in de loop van de dagen steeds meer wind met name op zaterdag en vooral zondag. Het zal dus in het begin veel wachten worden en zo veel mogelijk gunstige mijlen op het eind maken. De vrijheid bestaat om meteen met een rustperiode te beginnen dus het gehele veld van 74 starters besloot te wachten in Durgerdam. Om 17.00 kwam er een klein pufje wind en meteen was er onrust in de haven van Durgerdam te zien, diverse boten pakten dit eerste vlaagje om te starten. De grib-files van 18.00 gaven echter onverwachts aan dat er in de komende nacht tot 18 kts wind zou gaan komen, draaiend van W naar NO. Dus wachten maar! Dit blijft nog steeds moeilijk voor me, als je iedereen ziet gaan, en dan toch blijven liggen in afwachting van je eigen voorspelling. Na wat uurtjes invoeren van gribfiles en kijken naar de mogelijkheden in Expedition, de tactische software, bleek rond 01.30 de beste vertrektijd vanaf de P9, het eerste merkteken. Mooi onder gennaker weg, eerst een 6,5 mijl richting Marken, dan naar Volendam de MN1-GZ2 ronden en vervolgens naar de Sport G bij Hoorn.
Na 4 mijl varen voel ik onraad, ik voel mijn snelheid en acceleratie afnemen, binnen in de boot klinkt het alsof mijn schroef meedraait, die staat echter vast. Ik kan in Expedition zien dat mijn polair boatspeed percentage, wat normaal rond de 100% hoort te zijn, 65% is. Er is maar één conclusie, waterplanten aan de kiel! Nee he, ben ik net op weg, heb ik een eiland aan de kiel hangen. Er is maar één oplossing, duiken. Achteruitvaren op zeil is geen optie, duurt te lang en deze zooi komt dan niet los maar wikkelt zich zelfs verder om je kiel. Ik besluit de 2 mijl naar het Paard van Marken maar even door te sukkelen, daar moet de gennaker er toch af voor het aan de windse rak naar Volendam. In de tussentijd trek ik mijn zeilpak uit en doe m´n surfpak alvast aan en snel een plan bedacht en voorbereid.
Touw om m’n middel, midscheeps aan de boot vast, zodat ik altijd weer aan boord kan komen, en vervolgens in de luwte van het Paard van Marken de gennaker gedropt, genua op dek gelaten en boot recht in de (weinige) wind gedraaid, wachten tot snelheid bijna nul is en vervolgens jump! Je ziet natuurlijk ’s nachts geen steek onder water maar door de vele schoonmaakacties met de duikfles weet ik gelukkig aardig de weg onder de boot. Snel een gigantische bos waterplanten van de kiel geplukt, zit er helemaal omheen gedraaid, zit echt vast, ik moet met twee voeten tegen de kiel afzetten en dan uit alle macht trekken..saildrive en roer vallen gelukkig mee, snel naar boven voor adem en nog één keer, alles checken, gelukkig alles schoon. Bij de spiegel mezelf omhoog gehesen en in m’n surfpakkie snel de genua gehesen en boot weer op koers en snelheid gebracht. Meteen voel je dat hij weer levendig is en accelereert. Voor de zekerheid m’n surfpak nog maar even aangehouden tot ik door het wier “mijnenveld” tot aan de Nek, Sport G bij Hoorn ben.
Ik blijf het onvoorstelbaar vinden hoe exact die weersvoorspellingen soms kloppen. Precies voor de Sport G draait de wind van W naar NNO, volgens de gribs zou dit rond 03.30 zijn, en om 03.30 ben ik nog net niet bij de Sport G door die wierduik en draait de wind recht op mijn neus , gennaker eraf en laatste slagje naar de boei. Wel zo een mooi volgend rak naar de OVD3, Lelystad, mooi ruime wind over stuurboord. Wind neemt steeds meer toe en de NKE automaat doet weer prima zijn werk. Ik overweeg bij de OVD 3 door te gaan naar de P9, alleen de volgende pech achtervolgt me. Plotseling een knal onderdeks, ik zet de automaat eraf en voel geen direct roer meer. Ik moet zeker een halve slag roeruitslag meer geven voor ik reactie krijg. Bovendien klinkt het onderdeks niet echt fris, er loopt iets serieus niet goed. Op de automaat lukt ‘t allemaal nog wel en ik klok maar af bij de OVD 3 , boei aan stuurboord gelaten om later baan 1 te kunnen vervolgen. Bij Lelystad anker uit en 6 uur verplicht rust, hoewel rust.. Eerst gekeken wat het probleem met het roer is, de stuurkabel blijkt door waarschijnlijk te geringe spanning van het geleideblok gelopen te zijn en zit nu klem tussen blok en wang.
Na wat gesleutel en @#$%@, de kabel uiteindelijk los gekregen en weer op blok teruggeplaatst en kabel weer onder spanning gebracht. Ready to go! Nu de 6 uur ankertijd vol maken, snel nog wat uurtjes slaap geprobeerd. De wind blijft aardig door staan en gekeken wat de concurrentie doet. Richard van Leeuwen kiest voor baan 3, ook Martin Selles die nog even komt buurten gaat voor 3, mijn keus is gemaakt voor baan 1, al vastgelegd door mijn stuurboordronding bij de OVD3. We zullen de komende dagen zien welke baan de juiste was, ik kies voor het stroomvoordeel t.o.v. iets meer kruisen. Uiteindelijk vaar ik zodoende theoretisch een baan van slechts 190 mijl door 10 mijl stroom mee.
Voor de komende rakken zal ik niet minutieus uitweiden wat ik allemaal gedacht, gedaan en gevaren heb, maar zal ik me beperken tot de interessante gebeurtenissen.
Een opvallend feit kwam nog nadat ik besloten had het rak op stromend water te splitsen in IJmuiden-Den Helder en Den Helder – Kornwerd om dan 2 maal de volle stroming te kunnen benutten. Na ’s nachts afgeklokt te hebben bij de S-11 leek vrijdag het 2e tij het gunstigst. Om optimaal van de stroom bij het Marsdiep en wad gebruik te maken was de beste tijd 1 a 1,5 uur na kentering bij de S-11 te vertrekken. Tijdig uit de haven vertrokken, rond 19.30, net voor kentering dacht ik, rustig richting boei S-11 gemotord. Om 20.15 zou volgens de stromingstabel de kentering zijn en ik zou om 21.15 bij de S-11 vertrekken. Maar.. om 20.15 geen kentering, om 20.45 nog steeds niet. Ik vraag me nu vertwijfeld af het nog wel gaat gebeuren vandaag, wat waanzin is natuurlijk. Om 21.00 hé hé stroom gaat er eindelijk uit. Kortom kentering is zeker 45-60 minuten later dan voorspeld, waarschijnlijk door de oosten wind. Ondertussen rondjes onder de Noorderhaaks gevaren, als iemand nu naar m’n tracker kijkt zal hij wel denken..Uiteindelijk om 22.19 vertrokken en de volle stroom gepakt, bij de S-11 staat nu 3 kts mee, dat schiet lekker op. Vaar dus niet altijd blind op je tabellen, er kan behoorlijk variatie in zitten. Nog wel even een angstig moment in het donker bij de T-12, stroom wat dwars op de boot, de 15 meter waarbinnen je de boei moet passeren is dan wel weinig zeker als je gelijktijdig tijd en log wil noteren en automaat eraf wil halen en zeilsetting voor de volgende koers in orde wil hebben met 2,5 knoop stroom mee, kortom even zweten.
Die nacht vaar ik door tot Hindeloopen, de twee eerste rakken op ‘ t IJsselmeer onder gunstige windhoek meepakkend. Na even wat slaap en weer veel rekenen wanneer het beste vertrekmoment is voor de rest van het IJsselmeer, om 15.06 bij Hindeloopen vertrokken, op 1 kort rak na zou alles nu bezeild moeten zijn, wat weer perfect blijkt te kloppen.
Ik realiseer me nu dat ik wel kans kan maken, het loopt super, veel gennakerwerk onder mooie hoeken, veel rakken haal ik net, met m’n 120m2 gevaar in top, wel hard werken maar ’t loont. Zo’n 200 myls is wel effe anders dan bv een Fastnet,Vuurschepen of North Sea Race, iedere 8 mijl een wissel, hoist of drop met alle voorbereiding daarbij, zoals het wollen van de spi’s, het houdt je bizar bezig. Het laatste rak van de EZ1 naar Sport F besluit ik het lot echter niet te tarten, hoek is net goed maar ik zet mijn gennaker niet omdat de Sport F slechts een paar honderd meter van de dijk ligt, heb je een probleem met de spi drop, dan is het hele verhaal over, dus we gaan maar op safe.
Achteraf een gelukkig besluit, als ik de volgende morgen de boot uitvoerig naloop in voorbereiding voor de laatste rakken op het Markermeer blijkt dat toen gisteren de gennakerschoot onder de boot kwam bij de laatste drop en ik hem opnieuw in de blokken moest doorvoeren aan lij, ik de SB gennakerschoot per ongeluk door de voorpreekstoel gevoerd had, ondanks check, check, double check. Als ik dus in dat rakje EZ1-SportF nog even snel de genny gezet had…puinhoop. Vermoeidheid?
Dat is wat die 200 myls zo bijzonder maakt, het constant blijven voorbereiden, checken, fouten nalopen, nogmaals checken, en dan toch nog tegen ongelooflijke problemen aanlopen waarvan je achteraf denkt, shit, waarom heb ik niet..en die weer zo snel en goed mogelijk proberen op te lossen.
Misschien ben ik hier alleen in, en loopt bij iedereen anders alles soepel? Ik voel mij in ieder geval vaak geen winnaar maar meer een vechter tegen het ongunstige lot.
Het laatste lesje kreeg ik nog voor de start van de laatste 3 trajecten Markermeer naar de finish. Zondagmorgen 07.30, wind ONO 20-25kts , volgens Expedition moet de 26,5 mijl in 3 uur gevaren kunnen worden. Ik heb me al dagen verheugd op het rak van Lelystad naar Hoorn bij deze wind onder deze hoek. De A5 van 109m2 er op en knallen maar. Dus zo gezegd zo gedaan, de A5 mooi gewold in de zak, klaar aan dek, de genua #3 op om rustige hoist te hebben. Op 0,5 mijl van de OVD3 alles klaar en op snelheid langs de boei, dat is het plan. De werkelijkheid: ik hijs de gennaker in top en klik hem aan de mast vast in de curryklem en ik loop naar de kuip om het val door te halen in de valstopper, compleet volgens plan. Echter voordat ik daar ben schiet het val uit de curryklem en valt de hele gewolde A5 met een plons naast de boot, shit shit, snel weer naar de mast en weer hijsen. Vervolgens zie ik aan lij mooi de wolletjes van de gennaker afbreken en het geheel zich vullen met grauw IJsselmeer water. Ondanks mijn verwoede hijspoging verlies ik de strijd en moet het val slippend en rokend door mijn handen laten gaan. De hele 109m2 hangt nu als een gigantisch drijfanker naast de boot terwijl ik prachtig met nog maar 1,5 knoop snelheid op de OVD3 afga om in te klokken! Verwoed probeer ik wat af te vallen om in ieder geval niet in te klokken, wat gelukkig lukt. Nu nog dit monster aan boord zien te krijgen. Het geheel zit op 3 punten vast en blijft zo prachtig gevuld met water terwijl ik voor de wind wegsukkel. Gelukkig verschijnt de top van de gennaker soms achter en naast de spiegel van de boot en kan ik de shackel van het spi val spiken. Dat scheelt meteen, het wordt nu al een beetje een lange dweil, alleen aan boord halen is nog geen optie. Na ook de tack gespiked te hebben hangt het geheel als een worst aan de schoot naast de boot. Ik weet met veel moeite het natte monster stukje voor stukje aan boord te halen, hij lijkt me nog heel. Na een 15 minuten alles weer aan boord, ik ben nu al kapot en ik moet nog beginnen! Ik besluit eerst maar zonder gennaker te starten gezien de tijdsdruk en de tijdelijke fysieke gesteldheid, en ik moet voor 12uur finishen. Na gestart te zijn zie ik Sander van Doorn op de AIS met 10,5 kts over het Markermeer scheuren en vervolgens weer 5 kts maken, hij heeft het verderop duidelijk ook zwaar. De wind neemt snel toe als ik uit de schaduw van Lelystad ben en meet in no-time 28kts wind. Nu had die A5 solo ook niks geweest, misschien heb ik nog wel geluk gehad dat ik ‘m niet kon zetten. Met uitschieters boven de 12kts boatspeed spuit ik naar Hoorn, draai voor de zekerheid een stormrondje bij de gijp rond Sport G om alle risico te vermijden en blijf nu voor de zekerheid wel ver uit de wal en finish uiteindelijk om 11.09 bij de P9, rondje Markermeer binnen 3 uur en 2 minuten, niet slecht.
Wat een race, alles zat er weer in, weinig wind, veel wind, en vooral veel mooi weer en prachtige sterrenhemel, voorzover ik daar oog voor had.. Ook heb ik dit jaar niet zoveel mede-solisten gezien, steeds weer liep mijn schema waarschijnlijk iets achter op hun, ze leken wel allergisch voor mij, kwam ik een haven in, gingen zij er net weer uit. Ik zal de gezelligheid dit jaar helaas op de prijsuitreiking moeten zoeken. Voor mijn gevoel heb ik weer alles gegeven, er lagen misschien wat minder kansen dan voorgaande jaren, baankeuze was lastig, maar hopelijk zijn mijn inspanningen en voorbereidingen voldoende geweest voor de overwinning. Voorlopig ziet de uitslag er goed uit!
Tekst: John van der Starre