In ruim achttien maanden werd uit driehonderd aanmeldingen een team van dertien topzeilsters en een Onboard Reporter gevormd. Aanstaande zaterdag begint Team SCA aan de eerste etappe van de Volvo Ocean Race 2014-15. Voor de Nederlandse Carolijn Brouwer (Scheveningen) kan het startschot niet snel genoeg klinken. Zij is klaar voor de uitdaging met het best getrainde damesteam ooit in de 41-jarige geschiedenis van de race.
“Het voelt niet als achttien maanden, de tijd is snel gegaan”, blikt Brouwer terug. “Er viel natuurlijk heel veel te leren. Deze periode was noodzakelijk om een goed resultaat te kunnen behalen. Er zijn nou eenmaal niet veel meiden die de Volvo Ocean Race hebben gedaan.”
“We hadden nog wel een jaar door kunnen gaan, maar we hebben echt een heel goede voorbereiding gehad. Wij hebben zo’n professionele campagne. Ik voel me dankbaar dat ik hiervan deel mag uitmaken. We hebben een enorm goed walteam, de coaches zijn geweldig en we hebben in het verleden experts op bepaalde gebieden gehad. Ik denk dat wij heel hard hebben gewerkt en het meeste uit alles hebben gehaald.”
Als één van de voordelen van zo lang bezig zijn, noemt Brouwer dat ze elkaar door en door kennen. “Ons teamwork en de teamgeest zijn sterk. Ik denk dat dit voor een Volvo Ocean Race heel belangrijk is en dat dit een van onze krachten zal zijn. Ik weet van elke zeilster wat haar sterke en mindere kanten zijn. Ik kijk ze aan en dan zeggen de gezichten al genoeg. Dat is iets wat de andere teams misschien minder hebben. Wij zijn samen als team op de VO 65 gegroeid en we hebben samen de boot leren kennen.”
“Ondanks dat we ruim achttien maanden bezig zijn, voelt het alsof we net beginnen. Er zit nog enorm veel groei in. Er is in de sport geen enkele wedstrijd op dit niveau, die negen maanden duurt. Dat is uniek. Alle teams gaan tijdens de race groeien, maar ik denk dat wij de grootste kans hebben om het meest te groeien. Juist vanwege het gebrek aan ervaring. Elke dag op de oceaan is er weer een van leermomenten. Dat gaan we straks in de eerste etappe 25 dagen lang meemaken.”
Makkelijker dan studentenhuis
Op de vraag hoe het is om zo lang met twaalf meiden op een paar vierkante meter op zee te leven, antwoordt Brouwer laconiek: “Het gaat hartstikke goed. Ik heb met twaalf meiden in een studentenhuis gewoond, maar dit is makkelijker.” Geen privacy en 25 dagen niet douchen, het lijkt onoverkomelijk, maar volgens Brouwer valt dat mee. “Waarschijnlijk omdat je enorm gefocust en gedreven bent om je job goed te doen. Iedereen is druk bezig om die boot een tiende knoop harder te laten gaan. Alle koppies staan in dezelfde richting. Je bent toch een bepaald soort type als je de kans krijgt om deze race te doen.”
Voor het omgaan met teleurstellingen en spanningen helpen de meiden elkaar. Brouwer: “Je ziet dat de ene meer naar die trekt voor een opbeuring en de ander meer naar die. Je moet dan oppassen dat er niet te veel groepjes ontstaan. Bij ons werkt dit prima, omdat we elkaar zo goed kennen. Bij de één moet je gelijk actie ondernemen en bij de ander weet je beter twee uur kunt wachten. Het is wel belangrijk dat je erover praat. Wij zitten daarom wekelijks even bij elkaar. Iedereen mag dan alles eruit gooien, als dat nog niet is gebeurd. Ik denk dat we hebben geleerd om heel open en eerlijk naar elkaar toe te zijn.”
Om dit mentale proces in goede banen te leiden, zijn de zeilsters van Team SCA geholpen door Anders Berge van de Hay Group. “Anders helpt ons bij het structureren van bepaalde dingen, zoals de keuze wie er aan de wal blijven. Dat is voor iedereen moeilijk. We hebben een proces bedacht, zodat het elke keer op dezelfde manier gebeurt. Wie kondigt het aan, wanneer en hoe? Zo’n beslissing valt de hele groep zwaar, dus moet je die niet twee dagen voor vertrek nemen. We hebben daarom besloten om het een week op voorhand te doen. Alleen al het structureren van dit soort processen heeft ons enorm geholpen. Je merkt dat je dan als groep groeit.”
Omschakelen
Brouwer nam sinds 2000 deel aan drie Olympische Spelen. Over haar omschakeling naar het offshore racen, zegt Brouwer: “Soms denk ik dat ik wat te extreem ben gegaan. Alles is veel groter en overal zitten veel meer krachten op. Daar moet je aan wennen. Je trekt niet meer ‘even’ de schoot aan, want daarvoor moet je met z’n drieën zijn. Of ‘even’ het zeil oppakken, wat je met vijf man doet. Dat moet je je in het begin realiseren. Je kunt de dingen niet meer alleen doen.” De communicatie was dat andere grote verschil. “Je moet heel goed met elkaar communiceren. Aanvankelijk deden we dat niet, daarna zijn we overgeschakeld naar overcommuniceren en nu hebben we een tussenweg gevonden. Dat is een lang proces geweest.”
Als olympisch zeiler vaar je overdag je wedstrijden en lig je ’s avonds in je eigen bed. Als oceaanzeiler gaat dat anders. Brouwer: “Ik heb gemerkt dat het bij mij ongeveer 24 tot 36 uur duurt om na de start in die offshore routine te komen. Dit is afhankelijk van hoe hectisch die eerste 24 uur zijn geweest. Je bent dan nog dichtbij het land met allerlei geografische invloeden en de boten liggen bij elkaar. Dat betekent weinig rust. We hebben een wachtsysteem van vier op en vier uur af. Normaal slaap ik acht uur, dus daarin moet je ook omschakelen. En dan nog dat gevriesdroogd voedsel. Sommige mensen vragen wel eens of ik dat een paar dagen van te voren begin te eten, zodat mijn maag daaraan gewend is. Nee, zo lang ik lekker kan eten en slapen, doe ik dat tot het allerlaatste moment. Omschakelen doe je aan boord.”
Team SCA werkt met een poule van dertien zeilsters, waarvan er steeds elf mee aan boord kunnen. Voor elke etappe wordt opnieuw bepaald wie de twee reserves zijn. “Niemand is zeker van zijn plek, ik ook niet. Het is natuurlijk een enorme teleurstelling als je aan de wal moet blijven. Tegelijkertijd merk je dat de meiden die tot nu toe achter bleven, fysiek en mentaal sterker terugkwamen. En nog gemotiveerder om het goed te doen. Daardoor beginnen wij nu steeds meer in te zien dat die wisseling niet slecht is.”
Eerste etappe
De eerste etappe wordt voor iedereen heel erg interessant, zo stelt Brouwer. “Na die race gaat zoveel duidelijker worden. Zeilen is een ervaringsport, dus de navigatie wordt voor ons een groot ‘ding’. Navigator Libby Greenhalgh kwam daarom als laatste bij ons team. Zij stond als meteoroloog het Britse olympische team bij. Dit is best een grote stap voor haar. Ze is ontzettend goed in het weer, maar zij kent de Volvo Ocean 65 helemaal niet als boot en daarin komt zij wat tekort. Voor haar wordt dit een steile leercurve.”
“We hebben het voordeel dat de de Volvo Ocean Race-route de laatste jaren wat is veranderd, dus ook voor de zeer ervaren navigators. Maar je hebt altijd de traditionele Doldrums, die moeilijk zijn om goed doorheen te komen. Als we bij de vloot kunnen blijven en in de mix zitten, dan doen we het goed. Als ik kijk naar hoe wij bezig zijn en hoe wij recent tegen de mannen zeilden, moet een podiumplek in één van de etappes mogelijk zijn. Alleen moet bij ons alles kloppen. Het niveau ligt hoog.”
Tekst: Diana Bogaards
Foto’s: Rick Tomlinson/Team SCA