Zondagochtend vroeg finisht Team Brunel – na een felle strijd met Team Vestas Wind – met maar tien seconden achterstand als tweede in Leg Zero van de Volvo Ocean Race. Deze 600 mijl lange wedstrijd levert geen punten op en is in feite een generale repetitie voor de organisatie om hun communicatie- en trackingsystemen te testen.
“We gaan als een raket”, roept Bouwe Bekking een dag eerder enthousiast. En hij heeft recht van spreken. Zijn Team Brunel heeft zojuist het hele VO65-veld opgerold en de eerste plaats ingenomen in Leg Zero.
Twee uur eerder was Bekking nog minder goed gehumeurd, nadat vlak voor de start het oprolbare asymmetrische voorzeil (A3) per ongeluk deels uitrolde en in de knoop kwam te zitten. Met een verbeten gezicht moest de Nederlandse schipper toezien hoe de overige boten over de startlijn zeilden, terwijl zijn mannen op het voordek het gigantische voorzeil uit de knoop moesten halen. Team Brunel startte daarom als laatste.
“Zo’n start is niet erg goed voor het zelfvertrouwen”, zucht Louis Balcaen. Gelukkig werd zijn vertrouwen de uren daarop aanzienlijk opgevijzeld toen Team Brunel binnen no-time het hele deelnemersveld opveegde.
“Dat is het mooie van eenheidsklasse,” lacht Bekking, terwijl hij over zijn schouder kijkt naar de andere teams. “Het team dat het beste zeilt, gaat het snelst.” “Natuurlijk gaan we de race winnen”, zeggen Rokas Milevičius en Balcaen met een grote glimlach op hun gezicht.
Binnen in de navigatie-ruimte tempert Jens Dolmer het optimisme: “We plukken nu de vruchten van onze uitstekende voorbereiding, waarin we alle zeilen optimaal getest hebben. Maar de andere teams leren snel. We moeten daarom altijd alert blijven.”
Tekst: Stefan Coppers