Als je de wind mist, hapert de versnelling. Eufemisme. Bert Bossyns heeft last van gemengde gevoelens. Zeker als hij het heeft over zijn voorbije, eerste wedstrijd van het zeilseizoen, de Demi Clé. “Men vroeg me hoe ik het gelapt heb om bij de absolute toppers te blijven in het eerste gedeelte van de race.” Klinkt het.
Maar toen kwam Murphy aan boord. Dingen gingen stuk. Een baken van een kreeftenfuik warrelde rond het roer. En in de nacht draaide de wind 90 graden de andere kant uit dan de voorspelling had getoond. “We hebben de versnelling gemist en dat was definitief”, zegt Bert Bossyns.
Puike start
De Demi Clé is een niet onaardige seizoenstart voor de Transat 6.50 klasse. Dat er uiteindelijk 74 deelnemers zouden starten, met daaronder toppers uit het Franse profzeilcircuit, zette de toon. Het parcours van 170 zeemijlen werd daags voor de start ingekort tot 150. Er zou te weinig wind komen.
De beslissing was amper gevallen of het nieuwe weerbericht toonde dat er wel wat “zef’ zou komen. s’ Nachts. Bert Bossyns en David Markey hadden het de nacht ervoor allemaal geanalyseerd. “We zijn top gestart, “vertelt Bossyns, “boord aan boord met de protoklasse, dat zijn dus de absolute favorieten. Na de startronde onder de kust lagen we vierde in de vloot en zeker eerste of tweede in onze seriebotenklasse.”
Murphy aan boord
Na een derde van de race begon het fout te gaan. Onnozele onderdelen braken. Dat is nefast voor de zenuwen.
Bossyns: “Die waren al op spanning want ik wist dat de Felicity II benadeeld is in dit ultra lichte weer. De snelheid gaat dan ook naar beneden. In een race als deze telt iedere tiende knoop, dus we zien de anderen voorbij schieten.”
“Net na donker valt de boot plots stil. Ik zie een drijfstaak achter de boot opduiken. We zijn aan een baken boven en kreeftenfuik blijven haken. Dat heeft ons een zee van tijd gekost om alles weer los te krijgen.”
Wind volgt eigen agenda
Bert had besloten om zo veel mogelijk in zee te steken omdat in het voorjaar de zeebries daar eerst opsteekt. De prognoses hadden het ook altijd over een noordwestelijke bries. Dus kon de Felicity II met de andere zuidelijk gepositioneerde boten als eerste de versnelling van de wind pakken.
Tot zover de theorie.
Want de wind draaide naar het noordoosten. Het eiland Groix dat we aan stuurboord moesten laten liggen, lag pal in de wind. Er we daar voorbij gelaveerd waren, was het gros van de vloot, die noordelijker had aangehouden, de Felicity II voorbij. Uit de vloot die ook de zuidelijke optie had genomen kwamen er twee boten op de rotsen terecht. Te korte bocht rond het eiland willen maken. De rescue haalde de bemanning met de helikopter van boord.
Achtervolging
Bossyns: “Vanaf Groix was het een rechte lijn naar de finish in Pornichet. Dat betekent dat de bootsnelheid het verschil moet maken. Tactische opties zijn er niet. Het moreel aan boord zat aan de andere kant van de thermometer dan de buitentemperatuur. We hebben nog wat boten voorbij gestoken, maar de punch was weg.”
De wedstrijdorganisatie meldde nog dat zowat iedere finisher met een andere zeilstand over de streep kwam, zo wispelturig was de wind.
Felicity II finishte 45ste in de seriebotenklasse en 55ste over all.
Bert Bossyns gaat nu de race evalueren en zich klaarmaken voor de volgende uitdaging: de UK Fastnet race die op 15 mei start in Plymouth, Engeland.
www.demi-cle.com
www.bertbossyns.be