LAZAROTE (Canarische eilanden) – “Ze hebben me in het water gegooid en ik had geen tijd om m’n GSM uit m’n zak te halen.” Dat is het eerste wat we ‘live’ horen van Peter de Smedt vanuit Lanzarote waar hij vorige week zaterdag, 20 september om 00h19’00″ over de finish ging voor Puerto Calero op de Canarische eilanden. Hij arriveerde als 26ste boot, 21ste in de proto klasse. “Had ik niet zoveel moeten ploegen, was het zeker veel sneller gegaan, zegt hij.
Peter is Peter en blijft Peter: “Ik heb veel meer dan de anderen veel met de hand moeten sturen. Ik moet die boot werkelijk als een dinghy over de golven sturen, en veel en hard aan het roer werken. Pia L’Obry, bijvoorbeeld die als zevende finishte, zei me dat ze nooit haar roer heeft aangeraakt en dat ze volkomen op de automatische piloot kon vertrouwen. Dat ging dus niet bij mij omdat de kiel duidelijk te veel naar voor staat. De boot heeft voortdurend de nijging zich in de wind te werpen en je moet dus trekken aan het roer om hem op koerst te houden en tegelijk met de grootzeil stand aanpassen. Een automatische piloot kan dat niet volgen. Tenzij in erg licht weer.”
Deze eerste etappe was naar Mini Transat normen erg licht. Daar waar een hele trein van stormdepressies vooral over de Golf van Biskaje denderen begin oktober, de periode waard e race de voorgaande jaren in startte, genoten de zeilers deze keer met de vroege start in september van heerlijk zomerweer. Behalve dan aan Kaap Finisterre, de noordkant van het Iberische schiereiland.
“Ik heb geen windmeter, maar er stond zeker 40 knopen wind.” Zegt Peter. “Iedereen vond dat er zeker 4 meter golven stonden. Niks van gemerkt. Het was onmogelijk om de boot voor de wind te sturen, hij loefde alsmaar op, tegen de wind in. Ik ben dan ook meerdere keren plat gegaan. Ik hoorde dat anderen onder sterk gereduceerd zeiloppervlak zeilden (2 reven in het grootzeil en de kleine fok). Ik had iets goed te maken, dus hield zo lang mogelijk vol tuigage. Iedere keer draaide de boot 100 en ging dan plat. Ik kreeg hem zelfs niet meer de andere kant op, want telkens als die rechtkwam en de zeilen vingen wind: pats! Dus ben ik als een cowboy op de mast gaan zitten en heb het zeil zo maar verkleind.”
Wonden hoeft peter de Smedt niet te likken, niet letterlijk, misschien een beetje figuurlijk.
“Het is duidelijk dat de best voorbereidde met de beste en nieuwste boten deze eerste etappe gewonnen hebben”, is zijn commentaar. “voor mij was het beestig en vroeg het veel energie, maar al bij al is een 21ste plaats zeker terecht. En hoewel de oceaan onmetelijk groot is, kan je toch niet veel kanten op. Je moet al zeker zijn dat een omweg naar meer wind echt winst oplevert.”
Ook over de wat langere overzeiltijd (er was gerekend op 7 à 8 dagen en het zijn er 9 geworden voor de snelste) is er geen klagen. Peter bleek met het voedsel rantsoen, die netjes door Peters moeder Gerda per dag waren gerangschikt, drie dagen toe te komen. “En toch ben ik wat verdikt” lacht hij.
In het laatste rak tussen de Canarische eilanden heeft Peter de Smedt nog een staaltje gegeven van zijn doorzetting.
“Het was erg windstil en we dobberden zomaar wat. Om de ene of de andere manier heb ik mijn gloednieuwe superspinnaker zonder vastmaken willen optrekken. Dus moest ik de mast in om het touw (de val) weer naar beneden te halen. Iedere keer komt er een windstoot voorbij. Dus zeker vijf keer omhoog en halverwege weer snel naar beneden. Als het dan eindelijk lukte trek ik spi met zoveel ijver op dat het touwtje van de boegspriet breekt en ik met mijn volle gewicht achterover val. De helmstok breekt en ben dus even stuurloos. In een half uur is de helmstok met latjes en plastic knelstrips weer gerepareerd. Dan besluit ik resoluut naar de wal te sturen, het was toen al donker, en daardoor ben ik dan nog op vijf mijl van de finish vijf andere tegenstanders voorbij gegaan. Ze hebben altijd gezegd dat ik een doorbijter ben.”
De weinige tijd die er nog rest zal worden doorgebracht met knutselen en douane strubbelingen. De nagestuurde voedselpakketten worden door de Spaanse autoriteiten tegen gehouden maar de Transat 650 organisatie zegt dat snel te kunnen oplossen.
En verder is er de morele opwarming.
“Zo lang alleen varen, met twee keer per dag een informatieronde via de marifoon (boord zenderontvanger), je verliest er wel alle notie van tijd bij. Maar ieder detail groeit uit tot een heel belangrijk iets: je bent voortdurend met de drang om snelheid te maken bezig. Niks anders. Dus ligt het besluit vast: dit is wat ik wil doen, hiermee wil ik zeker verder gaan.”
De tweede etappe van de Transat 650 (alias de Mini Transat) start op zaterdag 27 september. Er liggen 2900 zeemijl tussen Puerto Calero (Canarias) en Bahia (Brazilië). De vloot moet de evenaar oversteken en rekening houden met de specifieke klimaatssituaties: lange windstiltes en plots opstekende onweersstormen (squalls)
Meer informatie over Peter de Smedt en de Huysman op: www.huysmanyachtverzekeringen.be
Over de de Mini Transat: www.transat650.org
Over de Mini 650
De Mini Transat klasse (Classe 650) is -ongeacht de afbakening van enkele standaard parameters van de boten)- onderverdeeld in prototypes en serieboten.
De prototypes zijn een toonbeeld van innovatie en gelden als de testbank voor vooruitstrevende ontwikkelingen op het vlak van uitrusting en zeilvoering. De serieboten worden in grote hoeveelheden geproduceerd maar de schippers zijn vrij om naar hartelust te experimenteren.
Peter de Smedts’ grote troeven zijn de bewezen duurzaamheid van de boot, de naar maat gemaakte zeilen, zijn grote technische vaardigheid en vooral zijn mateloos enthousiasme.
foto © Pit de Jonge