Beste vrienden, weer eens een koerske afgemaald, ditmaal eentje dat kon tellen: de Transatlantic Race 2015, één uit de boekskes. Het parcours Newport (USA)-Cowes (met eigenlijke finish aan de Lizard). Als bemanning Alexis Guillaume, Maxim Van Pelt en Michel Kleinjans. De organisatie onder leiding van de New York Yacht Club en Royal Yacht Squadron.
Deelnemende boten in alle maten en gewichten, maar ook 5 class 40’s.
Met een boot die heel de winter weinig onderhoud had gehad, hadden we de week voor de start onze handen vol om alles +/- in orde te krijgen, de devaluatie van de euro was hierbij niet erg behulpzaam en met lege creditkaarten 1 juli in de namiddag vertrokken onder een prachtige zon en 20kn wind, de eerste uren na de start waren al direct sportief met een reach van zo’n 13/14kn gemiddeld en al direct bakken water over ons, een voorbode van meer van dat.
Na zo’n 60 zeemijl dienden we de eerste waypoints aan bakboord te laten, enkel virtuele punten om ons vrij te houden van Nantucket shoals.
Aangezien ik 3u voor de start nog in de mast zat om een nieuwe printplaat in de windmeter te steken, had ik de meteo maar half bekeken, hoewel great circle me een goede analyse hadden gegeven, dacht ik de eerste avond bij het binnenkrijgen van de eerste Gribs het beter te weten en draaide vlot af naar het oosten in plaats van zoals de grote hoop van de vloot verder zuidoost aan te houden naar een aankomend front met goede westenwinden. Toen ik de volgende morgen mijn stommiteit begon in te zien, was het al te laat om naar het zuiden af te draaien en meer dan 15u zaten we in heel licht weer te klooien i.p.v. tegen 10kn oostwaarts te lopen. resultaat in 24u meer dan 100 mijl achter onze concurrenten en er zou de volgende nacht nog een goede 50 zeemijl bijkomen.
Game over was mijn eerste gedachte, maar ja we moesten toch naar de overkant. Dus maar letterlijk alle zeilen bijgezet en zien wel waar we zouden uitkomen. Hoewel het duidelijk was dat onze grootste concurrent Stella Nova gevlogen was. Hij was +/- 200 mijl voor en is een van de snelste class 40 (die van ons ook trouwens) en beschikte daarbovenop ook nog eens van een goede bemanning met Jorg Riechers, Armel Tripon, Alexander Krause en de eigenaar Burkhard Keese.
Door gestaag onze zeilen tot de boven range te voeren en met veel applicatie te sturen en trimmen, begonnen we gestadig in te lopen in deze eerste dagen van de overtocht. We zaten in de golfstroom met veel vliegende vissen, dolfijnen en overdag lekker warme temperaturen die ervoor zorgde dat de stemming er weer in zat en we gingen ervoor. Dat onze barometer het begeven had, we de halshoek uit de grote spi hadden getrokken en de windmeter er naar 3,5 dag mee ophield, waren slechts kleine ongemakken.
Iets over halverwege kwam de eerste echte depressie eraan en hoe meer we ernaartoe zeilden, hoe korter de weg en hoe meer wind. simpel, alleen is teveel wind ook niet wat je wil. Dus zetten we de routering op niet meer dan 30kn wind, gijpten naar het noorden gijpten nog even terug naar het oosten om en dachten we het zwaarste te laten passeren en dan terug een gijp en recht naar Engeland.
Uiteindelijk kwamen we toch in wind die eerder 40+kn dan 30kn was (de windmeter was gelukkig terug in gang geschoten) en hoewel het een prachtig zicht is zo een zee in colère bezig te zien, was de zeegang van die aard, dat we op een gegeven moment de boot dienden te vertragen en enkel nog op het stagzeil het zwaarste uitreden, dit liet ons wel toe het grootzeil te repareren waar enkele scheuren in waren gekomen door het voor de windse reven met veel wind. De lazy jacks in de mast te herstellen en nog een paar kleinigheidjes daarboven op te lossen. Zo waren we terug strijdvaardig om de laatste 1000 mijl aan te vatten.
Ondertussen hadden we drie van de vier concurrenten ingehaald en hoewel we ons realiseerden dat we Stella Nova niet meer gingen inhalen, wilden we toch een snelle tijd neerzetten, zodat we alsnog met een voldaan gevoel zouden kunnen terugkijken op goed volbrachte job.
Door continu te wisselen tussen de genua, de code 5 (kleine spi met recht voorlijk) en de A3, zeg maar de zware spi, regen we enkele dagen van dik boven de 330 mijl aaneen. We bleven bij het lage drukgebied, dus het was grijs, heel vochtig en continue buien. Maar het ging wel vooruit en er was geen tijd om grappen en grollen uit te halen, maar het sportieve aspect maakte dat meer dan goed.
De laatste 100 mijl ging de wind eruit en in het donker finishten we rond 21u UTC op 12/7 in 11dagen en 3u als 2de class 40, tegen net geen 11kn gemiddeld over het traject, dus over het water hebben we eerder 12kn gemiddeld gevaren, wat over bijna 3000 mijl, niet slecht of zelfs memorabel is.
Na de finish aan Lizard stond er nog de ‘coastal race’ op het programma. Deze ging van Cap Lizard naar Cowes waar we in de vroege middag zijn aangekomen als winnaar van deze race. Na 12 prachtige dagen eindelijk onze klamme kleren kunnen uitdoen en van een welverdiend pintje kunnen genieten en dan op naar nieuwe avonturen met de Fasnet als volgende race op het Programma.
Tekst: Michel Kleinjans
Foto’s ELWJ Photography en Maxim Van Pelt