Het was meer dan een spannende dag op Palma vandaag. Het leek wel of de Nederlandse catamaran zeilteams zeilles gaven tijdens de ISAF World Cup Palma. Twee van de drie wedstrijden werden door de Nederlanders op hun naam geschreven. Zowel Mandy Mulder/Thijs Visser als Renée Groeneveld/Karel Begemann pakten allebei een overwinning. Elke Delnooz/Mischa Heemskerk wisten met mooie resultaten hun positie in het overall klassement opnieuw te verbeteren. Trots kijken de Nederlandse zeilteams terug op hun prestaties vandaag. Wordt de World Cup in Palma wellicht een Nederlands onderonsje?
Met een bries van zo’n 5 tot 7 knopen leek het een relatief makkelijk zeildagje te worden, maar niets was minder maar. “Het was hard knokken voor de eerste plaats, we kregen niets in de schoot geworpen! Het was hard en steady varen, maar zonder onnodige risico’s te nemen. We ervaren dat de Nederlandse teams vooral snel downwind kunnen varen, dat is ons wapenfeit op Palma”, vertelt Thijs Visser enthousiast. “Mandy en ik merken ook dat we samen een goed team zijn. We profiteren enorm van de Olympische ervaring van Mandy, zij heeft immers al twee Olympische campagnes op haar naam staan én een zilveren medaille binnengesleept. Ze is ondanks haar relatief jonge leeftijd een hele complete zeilster, we vullen elkaar heel goed aan.”
Blessure?
Het gonsde al een beetje rond, maar Thijs Visser bleek woensdag een blessure te hebben opgelopen. Niet op het water, maar op de kant. “Bij het aantrekken van mijn wetsuit ging het woensdagmorgen mis. Er zat iets niet goed waardoor ik met regelmaat bij de fysio ben geweest. Hierdoor hebben we op woensdag ook minder goed kunnen presteren. Gelukkig gaat het inmiddels stukken beter en kan ik bijna pijnloos zeilen.” Gezien de prestaties vandaag geloven we Thijs op zijn blauwe ogen.
Spinakerboom sterk genoeg?
Karel Begemann doet verslag na een dag met uitersten: “De eerste race ging het helemaal volgens plan. We waren goed bij de start weg en in een geweldige strijd met de Zweden (Shuwalow/Klinga). Bij de finish was het een close-call, maar we wisten dat paaltje te pakken! De tweede race ging opnieuw voortvarend van start, bij het ronden van de bovenboei lagen alle Nederlandse cats op plaats 1, 2 én 3. Maar na het ronden van de bovenboei ging het helemaal mis. Onze neus dook, de spinakerboom brak af en de spinnaker sloeg vervolgens onder de boot. Met man en macht heb ik getracht de spi er onderuit te krijgen, maar zonder succes. Doordat de spinnaker als een soort anker werkte lagen wij vanaf dat moment bijna stil, terwijl de rest van het wedstrijdveld op ons af kwam denderen. De Fransen Beson/Riou probeerden ons nog te ontwijken, maar de rest van het veld gaf hun geen ruimte. Wat volgde was een enorme klap en een gapend gat in de romp. Coen de Koning heeft alles uit de kast gehaald met duc-tape en zeillatten, maar de romp was al grotendeels gevuld met water. We kwamen hierdoor zo’n 30 seconden te laat bij de start en van een inhaalrace was door ons gewicht al helemaal geen sprake meer. Wanneer de spinakerboom sterker zou zijn geweest hadden we deze situatie mogelijk kunnen voorkomen. Binnen de F18 heb ik zoiets nog niet eerder meegemaakt.”